In de praktijk

Bram is 6 jaar oud wanneer zijn hond doodgaat. Bram heeft het ontzettend moeilijk met dit verlies. Hij huilt veel, schreeuwt veel en slaat dingen kapot. Slapen doet hij ook ontzettend slechts sinds de hond er niet meer is. Zijn ouders vertellen weinig aan Bram, behalve dat de hond is overleden

Bram die bleef uiteraard steeds maar vragen stellen over waar opa was. Zijn ouders vertelden weinig, alleen dat opa er niet meer was. Opa was heengegaan. Dit vertelde zij ook over de hond.

Het gedrag van Bram wordt alleen maar erger en erger. Zelfs zo erg dat zijn ouders geen raad meer weten en om hulp vragen. Tijdens het hulpgesprek vertellen zij dat toen Bram 4 jaar oud was, zijn opa is overleden. Omdat Bram nog maar zo jong was, hebben zijn ouders Bram weggehouden van zijn opa.

Wees concreet en duidelijk in wat je het kind vertelt

Wellicht kun je jezelf wel voorstellen dat het woordje heengegaan nogal veelomvattend is voor een kind. Want wat betekent dat dan exact? Als je heengaat, dan kun je toch ook nog terugkeren? Hoe moeilijk ook misschien, wees concreet in wat er speelt. Benoem de dood bij de naam. Ook wanneer kinderen nog niet exact weten wat dood is. Durf het gesprek aan te gaan. Stel hen vragen: ‘Wat denk jij dat dood is?, ‘Hoe ziet dood eruit?’, enzovoorts.

Aanvullingen

Heb je nog tips en tops betreft deze tip? Laat het dan vooral weten in een reactie. Mis je nog informatie die je graag zou willen lezen bij deze tip, laat het dan ook weten in een reactie. Heb je zelf nog verdere aanvullingen, lees ik deze ook graag in een reactie. Ik ben benieuwd naar jullie mening betreft dit stukje.